-
1 op zijn donder krijgen
op zijn donder krijgen -
2 op zijn donder krijgen
op zijn donder krijgenget hell, get a roastingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op zijn donder krijgen
-
3 op zijn donder krijgen
-
4 op zijn donder krijgen
I.[met woorden]einen Rüffel kriegen / bekommen [ugs.]II.[met woorden]eins aufs Dach kriegen / bekommen [ugs.]III.[slaag]verprügelt werden -
5 donder
♦voorbeelden:dat gaat je geen donder aan • et ta soeurik snap er geen donder van • je nage complètementhet kan me geen donder schelen • je m'en fiche comme de l'an quaranteom de (dooie) donder niet! • jamais de la vie!kom hier voor de donder! • viens ici, tonnerre! -
6 donder
1 [onweer] thunder3 [als krachtterm] hell, damn(ation)♦voorbeelden:1 een rollende, harde donder • rolling, loud thunder2 een arme donder • a poor devil/bastardop zijn donder krijgen • get hell, get a roastingik snap er geen donder van • I haven't got a clue what you meanhet kan me geen donder schelen • I don't give a damn about it -
7 donder
гром; употребляется для усиления; громобой; ни бум-бум; ни фига; ему до лампочки; как обухом по голове; задать взбучку; вложить ума народным способом; схлопотать по шее; (от)дубасить* * *m -sгром м- op zijn donder geven
- op zijn donder krijgen* * *1. сущ.общ. гром2. гл. -
8 piler
piler [pielee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (fijn)stampen ⇒ verbrijzelen, vermalen♦voorbeelden:v2) fijn-stampen -
9 hell
interj. verdomd!--------n. hel[ hel]♦voorbeelden:hot as hell • verduiveld warm¶ hell's bells! • verdorie!be hell (on) • erg onaangenaam/pijnlijk zijn (voor)beat/knock the hell out of someone • iemand halfdood slaancome hell and/or high water • wat er zich ook voordoetget hell • op zijn donder krijgengo to hell • loop naar de hel/duivellike all hell let loose • alsof de hel was losgebrokenthere will be hell to pay • dan heb je de poppen aan het dansenraise hell • de boel op stelten zettenwhat the hell, I'll just do it • ach wat, ik doe het gewoonwho the hell said that? • wie zei dat, verdomme?where in hell have you been? • waar heb je in godsnaam gezeten?for the hell of it • voor de gein, zomaarlike hell (you will) • om de donder nietwork like hell • als een gek werkenthe/to hell with it • barst maar!one hell of a dirty trick/a helluva dirty trick • een smerige streekhell! • verdorie!, verdomme! -
10 déguster
déguster [deeguustee]〈 werkwoord〉2 genieten van ⇒ smullen van, met genoegen verorberen♦voorbeelden:3 qu'est-ce qu'il a dégusté! • wat heeft hij op z'n donder gekregen!v1) proeven -
11 get hell
-
12 gueule
gueule [gul]〈v.〉♦voorbeelden:gueule de raie • lelijke smoelune fine gueule • een fijnproeverc'est une grande gueule • hij heeft een grote bekcrever la gueule ouverte • verrekkenta gueule! • hou je bek, scheur!se fendre la gueule • zich een aap lachentaire sa gueule • z'n bek houdengueules noires • mijnwerkers, kompelsune jolie petite gueule • een aardig koppieune sale gueule • een rotkopavoir la gueule de bois • een kater hebbencasser la gueule de, à qn. • iemand op z'n bek slaanse casser la gueule • op z'n bek vallenfaire la gueule • een lelijk gezicht trekken, mokkense faire casser la gueule • overhoop geschoten worden, op z'n donder krijgenc'est bien fait pour ta gueule! • net goed voor je!s'en mettre plein la gueule • zich volproppenramener sa gueule • een grote mond hebben, tekeergaanf1) bek, muil2) moel, ponem, lop3) uiterlijk -
13 pile
pile1 [piel]〈v.〉1 stapel ⇒ hoop, berg♦voorbeelden:jouer qc. à pile ou face • over iets tossenpile de Volta • voltazuilpile atomique • kernreactorpile sèche • droge batterij, droog elementpile voltaïque • voltazuil————————pile2 [piel]〈 bijwoord〉♦voorbeelden:il est dix heures pile • het is op de kop af tien uurtomber pile • goed uitkomenf1) stapel, hoop2) keerzijde [munt]3) brugpijler4) batterij5) aframmeling -
14 recevoir une pile
recevoir une pile -
15 se faire casser la gueule
se faire casser la gueuleoverhoop geschoten worden, op z'n donder krijgenDictionnaire français-néerlandais > se faire casser la gueule
-
16 se faire piler
se faire piler -
17 Mütze
-
18 Sack
〈m.; Sack(e)s, Säcke〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 etwas im Sack haben • iets in zijn zak hebben, in de wacht gesleept hebben〈 informeel〉 jemanden in den Sack stecken • (a) iemand in de zak steken, bedriegen; (b) iemand in zijn zak steken, de baas zijnmit Sack und Pack • met pak en zakein fauler Sack • een luiwammes -
19 etwas auf den Sack kriegen
etwas auf den Sack kriegenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > etwas auf den Sack kriegen
-
20 bugger
n. sodomiet; lulhanes--------v. sodomie bedrijvenbugger1[ bugə] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 vulgair〉pederast, sodomiet3 (arme) drommel ⇒ (arme) donder, kerel♦voorbeelden:¶ bugger-all • geen sodemieter, geen flikker————————bugger2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:bugger it, you've messed the whole thing up • sodeju, je hebt er een puinhoop van gemaakt
- 1
- 2